Alles nieuw!

Alles nieuw!

Als God iets nieuws begint met de mens, dan is het ook helemaal nieuw. Geen oplapwerk, geen plantrekkerij, geen doekje voor het bloeden, neen, nieuw tot in de kern. Met de geboorte van Jezus Christus is de mensheid nieuw geworden. We spreken dan ook van de nieuwe schepping in Christus. ‘Ik ga iets nieuws beginnen’, zegt de Heer door de profeet en bij Jesaja horen we week na week in de advent hoe radicaal nieuw het zal zijn. Ongelofelijk, te mooi om waar te zijn, hebben de mensen gedacht en ze lieten de profeet in de woestijn roepen zonder naar hem te luisteren. Hoewel iedereen een nieuw begin wenst, denken we te weten dat dit onmogelijk is. We geloven het niet van onszelf en van elkaar, geloven we het wel van God?

Dat is meteen de hamvraag in heel de Bijbel en bij uitstek in het nieuwe verbond. Diegenen die Jezus ontmoeten in het evangelie en die geprezen worden om hun geloof in Hem, ervaren dat het nieuwe begin radicaal is en dat het oude voorbij is. Vraag het maar aan de lamme, de blinde, de melaatse, de bezetene, de zondaar, de dode… Ze hebben het ten diepste toe ervaren.

In de advent zijn het Johannes de Doper, Elisabeth en Zacharias, Jozef en Maria die geloven in het nieuwe begin en die het woord van God in hun leven toelaten. Maar dat is nog niet genoeg voor God om helemaal nieuw te beginnen. Er mag niets van het oude dat aan iedere mens kleeft de nieuwe schepping in Christus belemmeren, in de weg staan, tegenhouden, bezoedelen. Daarom heeft Hij Maria in de schoot van haar moeder al gevrijwaard van de erfzonde, van het kwaad dat in de eerste schepping is binnengetreden. Wij vieren op 8 december het hoogfeest van de onbevlekte ontvangenis van Maria. Paus Pius IX – dezelfde die het genadebeeld heeft laten kronen - heeft het dogma dat aan de basis ligt van dit feest in 1854 afgekondigd. Toch was dit niet nieuwe. Al in de eerste eeuwen van het christendom geloofde men dat Maria al voor haar geboorte gezuiverd was en dat er geen spoor van zonde in haar aanwezig is.

Dit feest zegt dus niet alleen iets over Maria, het zegt nog meer van Christus die waarachtig God en waarachtig mens is, ‘in alles aan ons gelijk, behalve in de zonde’, zegt de apostel Paulus. Om helemaal mens te zijn, moest Hij wel geboren worden uit een vrouw. Om helemaal God te zijn, kon er geen spoor van de oude mens in Hem zijn. Het is dus nieuw, radicaal nieuw, vanaf de gave van Maria’s leven nieuw.

Wij behoren tot het nieuwe verbond, in ons doopsel zijn wij bekleed met Christus, met de nieuwe mens om dankzij Hem en zoals Hij tot de nieuwe schepping te behoren. Wij zijn dus helemaal nieuw! Niet zozeer omdat wij dat willen, maar omdat God het kan, ook in ons. We zullen het horen van de engel: ‘Voor God is niets onmogelijk’! Elisabeth heeft het ondervonden en draagt Johannes de Doper in haar schoot, de voorloper die de Messias zal aanduiden. Maria heeft het gezien bij Elisabeth en gedragen in haar schoot als het nieuwe begin voor ieder van ons. Zou het geen tijd worden dat ook wij dit geloven? Gelukkig laat de Heer zich niet inperken door onze traagheid… Hij is het nieuwe begonnen, ook in ons. Zien wij dat dan niet?