God heeft u lief!

God heeft u lief!

De apostel Paulus horen wij op de vierde zondag van de advent krachtig zijn
verkondigingstaak samenvatten: “God heeft u lief”. De profeet Jesaja zegt hetzelfde op een
andere wijze in de eerste lezing: “Zie, de maagd zal ontvangen en een zoon baren, en zij zal
hem noemen ‘Immanuel’: ‘God-met-ons’.” En om hier geen twijfel over te laten bestaan,
horen we dit nogmaals in het evangelie, deze keer door de engel aan Jozef gericht: “Zie, de
maagd zal zwanger worden en een zoon ter wereld brengen, en men zal Hem de naam
Immanuël geven. Dat is in vertaling: God-met-ons.”
Liefde verdraagt geen afstand, liefde beperkt zich niet tot woorden, hoe waarachtig ze ook
klinken. Liefde is nabijheid. Zo ervaren wij de liefde als echt en authentiek. Zo openbaart
God - die liefde is - zichzelf: liefdevolle nabijheid. Deze nabijheid van God wordt in Jezus
Christus’ geboorte duidelijk. “Het woord is vlees geworden”, zullen we op kerstdag horen. Zo
nabij komt Gods liefde dat Hij in onze menselijke gestalte zichtbaar wordt. Wij mochten God
al ontmoeten in het Oude Verbond als diegene die zich openbaart in de geschiedenis van zijn
volk, die spreekt door de profeten, die ondanks alle ontrouw van zijn volk toch trouw blijft
aan wat Hij met de mens begonnen is. In het Nieuwe Verbond openbaart Hij zich nog
intiemer in Jezus Christus.
Iedereen die Christus in het evangelie ontmoet, ontmoet Gods liefde en ervaart die in zijn
nabijheid. Ieder woord dat Jezus spreekt, ieder wonder dat Hij verricht, toont hoe nabij God
is én hoe liefdevol nabij Hij is. Met Maria en Jozef, met Johannes de Doper, met allen die
Gods Zoon ontmoeten, mogen wij belijden: “Het is waar, de Heer heeft ons lief. Hij heeft het
niet alleen gezegd en getoond, wij hebben zijn liefde ontvangen.”
Sedert dat wondere moment waarop de hemel de aarde raakte, kunnen wij Gods liefde
ontvangen, waarachtig en werkelijk in het vieren van de sacramenten, in het luisteren naar
zijn woord, in het bidden, in de ontmoeting met onze naaste… “Het woord is vlees geworden
en het heeft onder ons gewoond”. We kunnen er ons niet genoeg over verwonderen dat
God ons zo lief heeft. Deze kern van de Blijde Boodschap schrijft Paulus aan zijn parochianen
in Rome. Wij herhalen ze hier voor onze gemeenschappen: “God heeft u lief”. Als dat geen
vier kaarsen waard is op de adventskrans?