Sint-Jozef

Sint-Jozef

Op 19 maart vieren wij de heilige Jozef, bruidegom van Maria. Omdat 19 maart op een zondag valt in de veertigdagentijd, verschuift het hoogfeest in de liturgie naar maandag 20 maart. Toch willen wij hier op de eerste bladzijde van ons parochieblad hulde brengen aan Sint-Jozef, patroon van de Kerk, van ons land, van de goede dood en van zoveel meer.

De heilige Jozef is niet zomaar een figuur in de bijbel die op de achtergrond verdwijnt, ten gunste van Maria en vooral van Jezus. Helemaal niet, trouwens in het evangelie zijn de figuren van de zogenaamde ‘achtergrond’ mensen waarop God zijn Rijk bouwt! Iedereen die gelooft in het woord van de Heer en ernaar handelt wordt ‘verheven’. Maria trad ook niet op de voorgrond en precies daarom werd ze door God gezien en gevraagd om mee te werken aan zijn grote plan voor de hele mensheid. Ook Jezus trad niet op de voorgrond, dat deden de schriftgeleerden, de farizeeën en de wetgeleerden wel! Jezus werd verheven door God, niet door de mensen! De mensen hebben hem vernederd en aan het kruis geslagen, maar God heeft Hem hoog verheven.

De mensen hebben de melaatse, de lamme, de blinde, de dove, de bezetene, de zondaar… op de achtergrond geschoven, verbannen van het toneel! Het is God die hen heeft gezien en verheven, genezen, doen opstaan! Zo is het ook met Sint-Jozef. Hij had plannen met Maria, samen waren ze verloofd, ze hadden een heel leven voor zich, een leven van liefde voor elkaar, precies zoals alle geliefden in die tijd en in alle tijden. Maar God had een ander plan, een plan van zijn liefde voor de hele mensheid en Hij vraagt aan Jozef om mee te werken hieraan. En Jozef doet het! Hij is een voorbeeld van godsdienstigheid! Hij blijft bij Maria, ook al snapt hij niets van Gods plan, Hij luistert naar de stem van God die door de engel klinkt. Hij staat ten dienste van God en dus van de mensheid.

Sint-Jozef is patroon van de Kerk omdat alle christenen geroepen zijn om mee te werken met God. Zijn plan hoger te achten dan de eigen plannen; te vertrouwen op zijn woord, eerder dan op de eigen ‘plantrekkerij’. Wij bezingen Sint-Jozef als de ‘nederig stille timmerman, zo klein in ’s werelds ogen’, maar hij is groot in de ogen van God en ook groot in de ogen van de gelovigen. De ware nederigheid zit juist daarin dat wij wie wij zijn, met onze gaven en talenten ten dienste stellen van God en zijn Rijk. Dat mag dan in de ogen van de wereld toen en nu ‘klein’ worden bevonden, het leidt uiteindelijk tot het Rijk Gods dat in al zijn grootsheid aanbreekt, begint en ontwikkeld wordt in wie de ‘kleinheid’ van het luisteren naar Gods grote daden beantwoorden met een leven in dienst daarvan. Dat is ons aller roeping en Sint-Jozef gaat ons voor en gaat met ons mee. Dank u, heilige Jozef!