Van Christus zijn
Van Christus zijn
Het evangelie van deze zondag klinkt vreemd in onze wereldse oren. Jezus houdt een heel discours over de wereld en hen die van de wereld zijn en over wie in Hem gelooft en die niet van de wereld zijn. Jezus spreekt vanuit zijn ervaring met de wereld. De ‘wereld’ die Hem niet heeft erkend, de wereld die Hem vervolgd heeft, de wereld die Hem aan het kruis heeft genageld. Hij wijst zijn leerlingen die zijn boodschap zullen verkondigen op het gevaar dat ook hen wacht, want wie van Christus is, zal hetzelfde lot als Hij ondergaan. De leerlingen moeten dus sterk staan. In de kracht van de Geest staan ze ook sterk en zij zullen na Pinksteren ook Jezus voluit volgen met alle gevolgen vandien. De wereld zal ook hen vervolgen en ter dood brengen!
Hoe horen wij deze blijde boodschap vandaag, met onze oren? We kunnen op veilig spelen, en dat doen we ook vaak. Jezus wel volgen, maar niet te extreem zodat we geen aanstoot geven en de wereld ons gerust laat. We kunnen ook helemaal opgaan in de wereld en Jezus en zijn boodschap laten voor wat het is, dan spelen we helemaal op ‘safe’. We kunnen echter Jezus oprecht volgen en tegelijk in de wereld staan. We moeten niet vluchten en ons verbergen en Jezus opsluiten, ‘in de grond steken’, zoals die ene in de parabel van de talenten uit angst om Jezus te verliezen… We kunnen in de bovenzaal blijven zoals de leerlingen voor Pinksteren, uit vrees voor de Joden… We kunnen Jezus privé bewaren en toch in de wereld leven, zonder risico’s. Maar is het evangelie dan niet dood? Heeft ons leven in Christus dan nog wel betekenis voor onszelf?
Het vraagt moed om Jezus te volgen in alle tijden, en dus ook in de onze. Sommigen hebben heimwee naar de tijd toen de ‘wereld’ samenviel met het ‘geloof’. Toen moesten we ons niet wegsteken, vluchten, verdedigen. Misschien was die tijd wel té kunstmatig, te vreemd van de werkelijkheid die Jezus ons in het evangelie voorhoudt. Er zijn toen, naast vele mooie en goede initiatieven, ook heel wat doorslechte zaken gebeurd. Misschien was geloven toe te evident geworden, te gewoon, te gemakkelijk en heeft het ons gemakzuchtig gemaakt? Wie kon ons raken, de katholieken hadden toch de macht van het getal in alle geledingen van onze samenleving? We waren het ‘deeg’ geworden en verloren de kracht van het ‘gist’ zijn, wat Jezus ons toch vraagt.
Opnieuw gist worden, opnieuw smaak geven aan de wereld, de goede smaak van de blijde boodschap, de smaak die Christus heeft gegeven, daar zijn we nu aan toe. Het maakt ons wakker, waakzaam en daagt ons uit om te vertrouwen op de kracht van de Geest. Bij de leerlingen van toen heeft het gewerkt. In alle tijden heeft dat en dat alleen gewerkt om het evangelie te tonen in de wereld. Wij leven naar Pinksteren toe: ‘Kom heilige Geest, verlicht de harten van uw gelovigen en de hele wereld zal nieuw worden!’