Wat houdt ons nog tegen?

Wat houdt ons nog tegen?

Bij de hemelvaart van de Heer is de opdracht die Hij aan de apostelen geeft duidelijk: doen wat Hij heeft gedaan! Het Rijk Gods verkondigen, zoals Hij dat heeft gedaan, in woord en in daad en met de inzet van heel ons leven. En die boodschap, dat leven is bestemd voor alle mensen, tot aan de uiteinde van de wereld. De leerlingen zullen die opdracht opnemen na Pinksteren want zonder de heilige Geest geraken ze niet verder dan de veilige beslotenheid van de bovenkamer.

Zoals de apostelen, hebben ook wij alles ontvangen om de zending die Jezus geeft bij zijn hemelvaart op te nemen. Wij hebben het evangelie, wij hebben de aanwezigheid van de verrezen Heer in zijn woord en in de sacramenten, wij hebben bij ons doopsel en vormsel de heilige Geest ontvangen, wij hebben de gemeenschap van de Kerk van eeuwen met de voorbeelden van geloofsgetuigen die ons voorbeelden geven, ons aanmoedigen en uitdagen en die zelfs voorsprekers zijn. Wat hebben wij meer nodig om te doen wat Jezus van ons vraagt?

Misschien worden we tegengehouden door een verflauwt geloof waardoor de kracht van het evangelie en van de heilige Geest worden tegengehouden? Misschien hebben wij de verlammende vrees die de apostelen ook hadden voor Pinksteren? Misschien zijn we te bedeesd en verlegen om de schoonheid van het Rijk Gods te verkondigen, te delen, te dienen en te vieren? Misschien denken we nog teveel dat het van onszelf, van onze kracht, verstand, macht afhangt om onze zending tot een succes te maken? Misschien zijn er nog zovele andere redenen die ons tegenhouden, ontmoedigen, verlammen en verflauwen. Jezus staat dan machteloos toe te zien, met compassie en ontgoocheling, herhaalt Hij dan wat Hij ook eens aan de apostelen zei: “Kleingelovigen, waarom hebt gij getwijfeld?”

De hemelvaart van de Heer is een genade, want Hij gaat heen om een plaats voor ons te bereiden opdat wij zouden zijn waar Hij is, opdat wij zouden delen in zijn heerlijkheid, opdat wij de genade die wij in ons doopsel hebben ontvangen ten volle zouden vinden. Maar het is ook een opgave, een zending om te doen wat Jezus gedaan heeft. Hij zegt er zelfs bij: “Nog grotere dingen dan die Ik heb gedaan zult gij doen.” Het geloof van Jezus in ons is groot, zijn gave in de Geest is dat ook, zijn gave op het kruis helemaal. ’t Is nu aan ons. De apostelen destijds hebben zich helemaal gegeven aan het Rijk Gods en het is zalig. Nu wij nog. Is er eigenlijk iemand of iets krachtiger dan Christus om ons tegen te houden?